ROBERT REX WALLER JR. - SEE THE BIG MAN CRY

Artiest info
Website - bandcamp
facebook
Label: Will Travel

Ik heb er, met de beste wil van de wereld, geen idee van of en in welke mate Robert Rex Waller bekend is bij het grote publiek, al mag ik met enige trots melden dat hij ten huize van ondergetekende al jarenlang een behoorlijk prominente plaats inneemt. Dat komt omdat we hier niet alleen veel met muziek bezig zijn, maar vooral omdat we in de loop der jaren vaststelden dat we steeds weer en meer en meer terug gingen grijpen naar goeie zangers en zangeressen.

Nu is Robert zo’n beetje een kernfiguur in wat één van de strafste bands van de voorbije vijftien, twintig jaar moet zijn. Ik heb het nu over I See Hawks in LA, die al tien platen lang steevast hoog scoren, telkens als ze met nieuw werk op de proppen komen. Van die band is Waller, samen met gitarist Paul Lacques, bassist Paul Marshall en drumster Victoria Jacobs het kloppend hart en het zal dan ook geen toeval zijn dat zowel Lacques als Marshall prominent aanwezig zijn op deze tweede plaat van Waller onder eigen naam. Net als bij zijn eerste soloplaat, koos hij er voor om (bijna) uitsluitend covers op te nemen, maar niet zomaar eender welke covers. Neen, bij de songkeuze kreeg hij hulp en bijstand van de geweldige Carla Olson, die ook haar stem en haar gitaarwerk meebracht en van A&R-man Saul Davis, die al decennia lang aan de zijde van Olson staat, maar die ook onder anderen Percy Sledge, B.J. Thomas, Gene Clark, The Blues Band in de markt zette. Een mens met kennis van zaken dus en de tandem Olson/Davis koos een dozijn nummers uit de onnoemelijk grote pop- en rock catalogus van de voorbije zes decennia, met telkens die heerlijke stem van Robert in het achterhoofd.

Net zoals iemand als Raul Malo zowat alles kan zingen, maar toch beter gedijt in het hoge register, is de stem van Waller behoorlijk universeel, maar zit ze, qua tonaliteit, in de hogere regionen.
En dus kwamen songs tevoorschijn, die we kennen vanThe Walker Brothers (“The Sun Ain’t Gonna Shine Anymore”) over Gene Pitney (“There’s No Living Without Yur Loving”), Rank & File (“Amanda Ruth”- al zullen de meeste mensen vooral de versie van The Everly Brothers gehoord hebben), James Intveld (“A woman’s Touch”), Bruce Springsteen (“Tougher than the Rest”), Charlie Louvin, die de titelsong ooit torenhoog de charts in zong, al was het een schrijfsel van Patsy Bruce, en Gene Clark zelve (“Gypsy Ryder”, een song waarop Olson meespeelde en zong op de originele versie). Daarnaast zijn er nog gastbijdragen van schoon volk als de alomtegenwoordige toetsenman Skip Edwards, bassist bij de genade Gods Gregg Sutton, engelenstem Gia Ciambotti en het Franse, naar L.A. uitgeweken godenkind Benjamin Lecourt, die de hele plaat lang de vellen beroert.

Met zulke bezetting, zulke songselectie, zulke muzikanten en zo’n zanger(s) kun je onmogelijk falen en dat doet Robert dan ook niet. Kijk, ik testte het bij herhaling uit op) plaatsen waar ze het niet erg vinden dat ik mijn eigen cd’tjes meebreng. Het werkt, zeker weten en voor dergelijke prestatie hebben we hier in de villa H. een standaarduitdrukking: “heerlijke stuff”!

(Dani Heyvaert)